Debat over ethiek, politiek en onderzoek: De Afspraak en Opiniestuk

In de week van 6 februari is er een debat geweest over de verhouding van onderzoek tot regimes die op ernstige wijze de mensenrechten schenden. Met stukken van Prof. Eva Brems en Rector Rik Torfs is het debat opgestart.
In het programma De Afspraak ging ik in debat met de rector. De uitzending kan via deze link worden herbekeken.




Al mijn argumenten heb ik op een rijtje gezet in een opiniestuk, verschenen in de Standaard van 09/02/17. Zie hieronder voor de tekst


Alleen ethische spelregels dienen de mensenrechten niet

Ordediensten bijstaan van een land dat een ander land bezet, mensenrechten overtreedt en geweld structureel in het staatsapparaat heeft ingebakken, Ignaas Devisch weigert om dat met enkele ethische criteria goed te praten.

Wie? Doceert medische filosofie en ethiek aan de UGent en de Artevelde-hogeschool, columnist van deze krant.
Wat? In een politiek gewelddadige context past doortastend beleid, niet een vrijblijvende houding die een regime legitimiteit geeft.
In zijn reactie op een bijdrage van Eva Brems en collega’s (DS 7 februari) vraagt rector Rik Torfs zich af waarom de KU Leuven niet met politiediensten in Israël zou mogen samenwerken (DS 8 februari) . Het project is toch aan een ethische controle onderworpen, zo oppert hij.
Maar sinds wanneer zijn mensenrechten dan een zaak van ethiek, en niet langer van politiek?
Er was eens een aardappelveld
Uiteraard moet elk onderzoeksproject een ethische screening doorstaan op basis van transparante en wel overdachte criteria. Daartegen gaat het stuk van Eva Brems hoegenaamd niet tekeer. Wat zij – terecht – aanklaagt is niet het povere ethische gehalte van het onderzoek op zich, maar de bedenkelijke politieke context waarbinnen het onderzoeksproject zich situeert. En dat kan je bezwaarlijk als ethisch hoogstaand omschrijven. We spreken over de ordediensten van een land dat nu al een halve eeuw lang een ander land bezet, mensenrechten overtreedt bij de vleet en het geweld structureel in het staatsapparaat heeft ingebakken.
In naam van ethiek zijn al de meest verschrikkelijke daden gepleegd of deals gesloten
Samenwerken met een aan een gewelddadige overheid verbonden instituut is niet even een onderzoekje plegen. Dan loop je het risico dat er bloed aan je handen kleeft, omdat diezelfde politie natuurlijk politiek voordeel kan halen uit het onderzoek zelf. Samenwerking genereert legitimatie, zoals economische deals sluiten met enkele Saudische sjeiks dat ook doet. Kortom, een politiek gevaarlijke context kun je nooit het hoofd bieden met wat ethische overwegingen en procedures. Dan gaat het om politiek in de meest strikte zin van het woord: de kunde om een samenleving te besturen. Dat vereist spelregels die de ethiek van individuele onderzoeksprojecten ruimschoots overstijgen.
Daarom is het volstrekt apolitieke antwoord van de rector zo ontgoochelend: hij roept vrijheid van geweten in om aan te geven dat hij als rector niet kan oordelen over wat individuele leden van zijn instelling verrichten. Een eerdere casus volstaat om de ongeloofwaardigheid van die houding te illustreren. Toen onderzoekster-activiste Barbara Van Dyck mee enkele aardappelen uit de grond trok in Wetteren werd ze op staande voet ontslagen om deontologische redenen. Met name het gewelddadige karakter van de actie bleek toen doorslaggevend bij het vellen van dat verdict. Aardappelen van een ggo-veld rooien is te gewelddadig maar samenwerking met de politie in Israël een kwestie van gewetensvrijheid? Akkoord, Rik Torfs was toen geen rector, maar van een eerbiedwaardige instelling die ethiek hoog in het vaandel draagt, mag je een consequente houding verwachten, los van wie op dat ogenblik de functie van rector bekleedt.
Debat volstaat niet
Op het taalspelletje van ‘ernstige mensenrechtenschendingen’ en het verwijt van relativisme ga ik niet in. Dat gebruik ik wel als illustratie in de cursus drog-argumentatie. Ik ga liever in op de vraag hoe onderzoekers zich in een politieke constellatie kunnen of moeten begeven. Natuurlijk is er gewetensvrijheid om op individuele basis met individuele onderzoekers samen te werken, ook met mensen uit Israël. Ik werk zelf samen met collega’s uit Israël, Eva Brems trouwens ook, en vele anderen met ons. Maar het is niet het soort samenwerking die een staatsapparaat legitimeert.
De kernvraag in deze discussie luidt: hoe verhouden onze academische instellingen zich tegenover partners die schuldig zijn aan ernstige mensenrechtenschendingen? Die vraag kan een rector niet ontlopen en het is goed dat Torfs oproept tot discussie hierover, maar finaal gaat het toch om beleid: wat doen we ermee? Dat is een politieke vraag die zich situeert op het niveau van de instellingen. Zolang er geen beleid is, is alles mogelijk. Natuurlijk is een rector geen rechter die zaken moet opleggen aan het geweten van zijn onderzoekers. Maar is het niet bijzonder pover dat, indien hij bepleit dat academici de muren moeten afbreken die politici optrekken, zijn instelling niet eens een standpunt durft in te nemen over samenwerking met regimes die niet alleen zelf muren optrekken maar er nog trots op zijn ook?
Offensief beleid vereist
In naam van ethiek zijn al de meest verschrikkelijke daden gepleegd of deals gesloten. Toen in 2002 België wapens leverde aan Nepal orakelde toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel (MR) voor de camera’s dat hij zich ‘ethisch op zijn gemak voelde’, terwijl Nepal zich op dat ogenblik schuldig maakte aan ernstige mensenrechtenschendingen. Het is precies tegen dat soort van ethische gewetenloosheid dat academici en academische instellingen moeten tekeer blijven gaan. Om geloofwaardig te blijven in die strijd, moeten we veel meer doen dan terugvallen op enkele ethische spelregels voor individuele onderzoekers. In een complexe wereld met heel wat mensenrechtenschendingen is er vanuit onze instellingen een offensief en expliciet beleid nodig, vanuit het besef dat in een politiek gewelddadige context het individuele geweten nooit zonder meer vrij kan zijn.

Comments

Popular posts from this blog

Interview De Morgen over 'voorspellende geneeskunde' (De Morgen, 090714, Barbara Debusschere)

Opiniestuk DS (28/11/13) 'De piëdestal van het morele narcisme'